Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Einde inhoudsopgave
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen:Artikel 13 [Plaatsingstermijn]
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Artikel 13 [Plaatsingstermijn]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
03-04-2019, Stb. 2019, 141 (uitgifte: 12-04-2019, kamerstukken: 33844)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-10-2020, Stb. 2020, 456 (uitgifte: 18-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
1.
Een plaatsing als bedoeld in artikel 12, tweede lid, geschiedt voordat de termijn van de maatregel drie maanden is verstreken.
2.
Indien de plaatsing niet binnen de in het eerste lid gestelde termijn mogelijk is, kan Onze Minister deze termijn telkens met drie maanden verlengen.
3.
Met een beslissing tot verlenging als bedoeld in het tweede lid wordt gelijk gesteld de weigering om binnen de in het eerste lid genoemde termijn te beslissen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.