O&A 2020/24
Staatsaansprakelijkheid, onrechtmatige rechtspraak, prejudiciële verwijzingsplicht, kennelijke schending
Hof Den Haag 24-12-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:3423
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
24 december 2019
- Zaaknummer
200.246.871
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2019:3423, Uitspraak, Hof Den Haag, 24‑12‑2019
Essentie
Staatsaansprakelijkheid, onrechtmatige rechtspraak, prejudiciële verwijzingsplicht, kennelijke schending
Uitspraak
Samenvatting
Dit arrest betreft het hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 6 juni 2018 (O&A 2018/48). Daarin oordeelde de rechtbank dat de Staat niet aansprakelijk kon worden gesteld op grond van het arrest van het HvJ in Köbler. De aansprakelijkstelling ziet op de vermeende onrechtmatigheid van een uitspraak van het CBb van 15 november 2016. In die uitspraak oordeelde het CBb dat bepaalde beleggingsactiviteiten van GSFS door De Nederlandsche Bank terecht waren aangemerkt als zijnde niet gerelateerd aan de door GSFS ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.