JAR 2010/293
Omvang ontslagvergoeding na kennelijk onredelijk ontslag
HR 22-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6239
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 oktober 2010
- Magistraten
mr. Beukenhorst, mr. van Buchem-Spapens, mr. Numann, mr. Hammerstein, mr. Asser
- Zaaknummer
09/01261
- LJN
BN6239
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN6239, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN6239, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2010
- Wetingang
BW art. 7:681
Essentie
Arbeidsrecht. Kennelijk onredelijk ontslag ex art. 7:681 BW; omvang ontslagvergoeding; maatstaf van HR 27 november 2009, nr. 09/00978, LJN BJ6596; beoordeling van een vordering ex art. 7:681 lid 1 en 2 vergt dat eerst, aan de hand van alle omstandigheden van het geval, wordt vastgesteld dat het ontslag kennelijk onredelijk is; bij vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag mogen kantonrechtersformule, en generieke korting daarop, daarom niet worden toegepast. Ontleend aan AR 2010/4722