NJ 1956/505
Rb. Rotterdam, 10-02-1955
Rb. Rotterdam 10-02-1955, ECLI:NL:RBROT:1955:20
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
10 februari 1955
- Magistraten
Mrs. Bloemarts, Enschedé, de Visser
- Zaaknummer
[101955/NJ_1956-505]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS136236:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:1955:20, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 10‑02‑1955
- Wetingang
(Ongevallenwet 1921 art. 95.)
Samenvatting
Onder „nagelaten betrekkingen" in art. 95 OW. vallen niet: stiefkinderen, gelet op de wordingsgeschiedenis en de systematiek der wet.
Partij(en)
De Rijksverzekeringsbank te Amsterdam, eiseres, proc. Mr. E. H. J. heida,
tegen:
C. J. Snijders en E. Blok, beiden te Rotterdam, gedaagden, proc. Mr. D. A. Hoogen-raad.
Uitspraak
[p. 1068 ►]
Ten aanzien van het recht;
Ten processe staat als gesteld en onweersproken vast: dat de chauffeur Aay, werkman in de zin van de Ongevallenwet („O.W."), die in dienst was bij het verze-keringsplichtig bedrijf van J. van der Tas te Weesperkarspel, op 10 sept. 1953, terwijl hij zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.