NJB 2021/1985
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Zorgmachtiging. Vormen van verplichte zorg. Ultra petita. Hoge Raad: Het staat de rechter niet vrij om in de zorgmachtiging een vorm van verplichte zorg op te nemen die niet door de officier van justitie is verzocht.
HR 25-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:1004
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 juni 2021
- Magistraten
Mrs. H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/01419
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1004, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:469, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2021
- Wetingang
Essentie
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Zorgmachtiging. Vormen van verplichte zorg. Ultra petita. Hoge Raad: Het staat de rechter niet vrij om in de zorgmachtiging een vorm van verplichte zorg op te nemen die niet door de officier van justitie is verzocht.
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen voor diverse vormen van verplichte zorg. De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend voor de verzochte vormen van verplichte zorg alsmede voor de vorm van verplichte zorg ‘het aanbrengen van beperkingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.