RvdW 2017/642
Smaad en laster: klachtvereiste en kennelijke doel ruchtbaarheid te geven.
HR 30-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:967
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 mei 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/01787
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:967, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:375, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑05‑2016
- Wetingang
Essentie
Smaad en laster: klachtvereiste en kennelijke doel ruchtbaarheid te geven.
1. Het Hof kon oordelen dat de wens tot vervolging aanwezig was en dat daarin een klacht in de zin van art. 164 lid 1 Sv besloten ligt, gelet op het cfm art. 12 Sv ingediende klaagschrift, degenen door/namens wie aangifte is gedaan, de aanvullende aangifte, alsmede het verloop van de procedure en hetgeen daarin door de benadeelden naar voren is gebracht.
2. Ruchtbaarheid geven (art. 261 Sr) betekent ‘het ter kennis van het publiek brengen’, waarmee een bredere kring van betrekkelijk willekeurige derden is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.