Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken
Einde inhoudsopgave
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/53:53 Algemeen
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/53
53 Algemeen
Documentgegevens:
C.J.S. Vrendenbarg, datum 15-12-2017
- Datum
15-12-2017
- Auteur
C.J.S. Vrendenbarg
- JCDI
JCDI:ADS577797:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie hiervoor hoofdstuk 3. Zie ook Sluijter 2011, p. 68-69.
Ten aanzien van art. 1019h Rv gelden daarnaast de aanvullende eisen van doeltreffendheid, afschrikkend en evenredig; zie hiervoor hoofdstuk 2.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Zoals in hoofdstuk 3 aan de orde is gekomen, vereisen art. 47 Handvest en art. 6 EVRM dat eenieder een praktische en effectieve toegang tot de rechter heeft. Uit de bepalingen volgt een positieve verplichting voor de verdragsstaten om waarborgen te stellen tegen blootstelling aan hoge, prohibitieve kosten, en om gefinancierde rechtsbijstand te bieden waar nodig.1 Deze verplichting geldt ten aanzien van alle proceskostenregelingen in civiele procedures die binnen de werkingssfeer van de verdragen vallen, dus ongeacht of deze van Europese signatuur zijn (zoals art. 1019h Rv2) of van nationale signatuur.
In dit hoofdstuk zullen de algemene regels over de vergoeding van proceskosten en buitengerechtelijke kosten in civiele procedures worden besproken. Daarbij zal de nadruk worden gelegd op de keuzes en afwegingen die zijn gemaakt bij de totstandkoming en vormgeving van deze regels in het licht van het recht op toegang tot de rechter. Vervolgens zullen deze regels worden geanalyseerd in het licht van de in het vorige hoofdstuk geïdentificeerde vereisten van EU-recht. Een bespreking van de ratio en achtergrond van de regels is daarnaast relevant, omdat de kritiek die op het stelsel van forfaitaire kostenvergoeding is geuit een belangrijke rol heeft gespeeld bij de keuzes die zijn gemaakt rond de implementatie van de afwijkende proceskostenbepaling van art. 14 IE-Handhavingsrichtlijn, zoals nader aan de orde zal komen in het volgende hoofdstuk.