Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3A:61 Bijzondere beperkingen
Geldend
Geldend vanaf 08-07-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2021, Stb. 2022, 22 (uitgifte: 20-01-2022, kamerstukken: 35907)
- Inwerkingtreding
08-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-05-2022, Stb. 2022, 221 (uitgifte: 13-06-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Indien de Nederlandsche Bank een besluit neemt tot overgang van activa of passiva of een besluit als bedoeld in artikel 3A:59, eerste lid, onderdeel b, strekt dat besluit ten aanzien van een financiëlezekerheidsovereenkomst, salderingsovereenkomst, verrekeningsovereenkomst, of een overeenkomst die met een dergelijke overeenkomst is verbonden, niet tot:
- a.
overgang van slechts een gedeelte van de activa of passiva die onder de overeenkomst vallen;
- b.
wijziging of beëindiging van rechten of verplichtingen die worden beschermd door de overeenkomst; of
- c.
het in de plaats stellen van de verkrijger als partij bij de overeenkomst.
2.
Indien de Nederlandsche Bank een besluit neemt als bedoeld in het eerste lid, strekt dat besluit ten aanzien van een zekerheidsregeling, of de activa of passiva die onder een zekerheidsregeling vallen, niet tot:
- a.
overgang van activa waarmee de verplichting is gedekt, tenzij ook wordt besloten tot overgang van de verplichting en het voordeel van de zekerheid;
- b.
overgang van een gedekte verplichting, tenzij ook wordt besloten tot overgang van het voordeel van de zekerheid;
- c.
overgang van het voordeel van de zekerheid, tenzij ook wordt besloten tot overgang van de gedekte verplichting; of
- d.
wijziging of beëindiging van de zekerheidsregeling, indien door die wijziging de verplichtingen niet langer zouden worden gedekt.
3.
Indien de Nederlandsche Bank een besluit neemt als bedoeld in het eerste lid, strekt dat besluit tot de gezamenlijke overgang van de activa of passiva die een gestructureerde financieringsregeling of een onderdeel daarvan vormen, of gedekte obligaties.
4.
Voor de toepassing van het eerste, tweede en derde lid worden onder activa of passiva mede begrepen transacties, tegen de entiteit in afwikkeling uit te oefenen nevenrechten, alsmede in verband met de overeenkomst gevestigde rechten tot zekerheid op aan de entiteit in afwikkeling of derden toebehorende activa, andere rechten tot zekerheid en voorrechten op die activa.
5.
In afwijking van het eerste, tweede en derde lid, kan de Nederlandsche Bank, indien nodig om de beschikbaarheid van gegarandeerde deposito’s die vallen onder een overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, aanhef, een zekerheidsregeling, een gestructureerde financieringsregeling of een onderdeel daarvan, of gedekte obligaties, zeker te stellen, besluiten tot:
- a.
overgang van gegarandeerde deposito’s zonder te besluiten tot overgang van andere activa of passiva die onder dezelfde overeenkomst of regeling vallen; of
- b.
overgang, wijziging of beëindiging van activa of passiva, zonder te besluiten tot overgang van gegarandeerde deposito’s die onder dezelfde overeenkomst of regeling vallen.
6.
Een overgang, beëindiging of wijziging in strijd met het eerste, tweede of derde lid, is niet nietig of vernietigbaar.