Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 111/2005 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 15-02-2005
- Bronpublicatie:
22-12-2004, PbEU 2005, L 22 (uitgifte: 26-01-2005, regelingnummer: 111/2005)
- Inwerkingtreding
15-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2004, PbEU 2005, L 22 (uitgifte: 26-01-2005, regelingnummer: 111/2005)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Onverminderd de overeenkomstig artikel 26, lid 3, genomen maatregelen wordt de afgifte van de uitvoervergunning geweigerd wanneer:
- a)
de overeenkomstig artikel 13, lid 1, ingediende informatie onvolledig is;
- b)
er een redelijk vermoeden bestaat dat de overeenkomstig artikel 13, lid 1, verstrekte informatie vals of onjuist is;
- c)
in de in artikel 17 bedoelde gevallen is vastgesteld dat de invoer van geregistreerde stoffen niet is toegestaan door de bevoegde instanties van het land van bestemming, of
- d)
er een redelijk vermoeden bestaat dat de betrokken stoffen bestemd zijn voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen.