Einde inhoudsopgave
Regeling op het specifiek cultuurbeleid
Artikel 2.18 Vergoeding derden
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
16-04-2010, Stcrt. 2010, 6444 (uitgifte: 28-04-2010, regelingnummer: WJZ/204802(8258))
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2010, Stcrt. 2010, 6444 (uitgifte: 28-04-2010, regelingnummer: WJZ/204802(8258))
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
De vergoeding die een subsidieontvanger betaalt aan een organisatie die zich de ondersteuning van één of meer instellingen die op grond van de wet subsidie ontvangen ten doel stelt, voor door die organisatie aan de subsidieontvanger ter beschikking gestelde goederen, is niet hoger dan het bedrag dat op grond van de historische kostprijs berekend wordt, rekening houdend met de geldende afschrijvingspercentages.
2.
De vergoeding die een subsidieontvanger betaalt aan een organisatie als bedoeld in het eerste lid voor door die organisatie aan de subsidieontvanger geleverde diensten, is als het diensten betreft die in het algemeen door soortgelijke instellingen als de subsidieontvanger in eigen beheer worden verricht, niet hoger dan het bedrag dat gelijk is aan de kosten die de subsidieontvanger zou hebben gehad bij het verrichten van de diensten in eigen beheer.
3.
De vergoeding die een subsidieontvanger betaalt aan een organisatie als bedoeld in het eerste lid voor door die organisatie aan de subsidieontvanger geleverde diensten, andere dan de in het tweede lid bedoelde diensten, is niet hoger dan het bedrag dat voor het doen verrichten van dergelijke diensten door andere organisaties gebruikelijk kan worden geacht.