RFR 2021/106
Jeugdrecht. Familieprocesrecht. Verzoek deskundigenonderzoek. Machtiging uithuisplaatsing. Ondertoezichtstelling. Wanneer mag de rechter het verzoek van de ouders om contra-expertise afwijzen?
HR 11-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:887
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juni 2021
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/03344
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS282459:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerzaken / Burgerlijke stand
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:887, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:128, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑10‑2020
- Wetingang
Essentie
Jeugdrecht. Familieprocesrecht. Verzoek deskundigenonderzoek. Machtiging uithuisplaatsing. Ondertoezichtstelling.
Wanneer mag de rechter het verzoek van de ouders om contra-expertise afwijzen?
Samenvatting
De ouders hebben samen het gezag over hun zoon. Het kind is al voor zijn geboorte onder toezicht gesteld. De moeder verbleef in een moeder-kindhuis en haar baby is met een spoedmachtiging uit huis geplaatst in een (crisis)pleeggezin. De GI heeft de kinderrechter verzocht haar te machtigen om het kind in een gewoon pleeggezin te plaatsen en aan dat verzoek is voldaan omdat de plaatsing van de moeder en haar zoon in het moeder-kindhuis niet heeft geleid tot veiligheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.