NJ 1939/535
Merk „Bayer". Inschrijving op naam Nederl. dochter mij. Verkoop van „Bayer"-producten, niet afkomstig van de dochtermij. Inbreuk op haar merkenrecht? Misbruiken der Merkenwet ?
HR 12-01-1939, ECLI:NL:HR:1939:131, m.nt. Prof. E.M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 januari 1939
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, v. Gelein Vitringa, Kirberger, Nypels, Fick
- Zaaknummer
[12011939/NJ_1939-535]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- JCDI
JCDI:ADS130887:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1939:131, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑01‑1939
- Wetingang
(Merkenwet 1893 art. 3.)
Essentie
Merk „Bayer". Inschrijving op naam Nederl. dochter mij. Verkoop van „Bayer"-producten, niet afkomstig van de dochtermij. Inbreuk op haar merkenrecht? Misbruiken der Merkenwet ?
Samenvatting
[Na doorhaling van haar merk op verzoek van I. G. Farbenindustrie wordt dit ingeschreven op naam van haar dochtermij. Nedigepha. Verkoop enz. door verweerder van waren, vervaardigd door I. G. F. en voorzien van het merk, doch niet afkomstig van N. Inbreuk op het merkenrecht van N.?
Rechtb.: N. heeft geen recht op het merk, daar overdracht van een merk zonder overdracht van de zaak rechtens niet mogelijk is.
Hof: De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.