Einde inhoudsopgave
Remigratieregeling
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Bronpublicatie:
13-03-2014, Stcrt. 2014, 7964 (uitgifte: 21-03-2014, regelingnummer: 2014-0000033986)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-04-2014, Stb. 2014, 156 (uitgifte: 17-04-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 10-07-2013, Stb. 331.
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Tot de categorie van vreemdelingen, bedoeld in artikel 2b, vijfde lid, van de wet, behoort:
- 1°
de vreemdeling aan wie een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd is verleend als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 onder een beperking die samenhangt met:
- a.
uitwisseling, al dan niet in het kader van een verdrag;
- b.
studie;
- c.
seizoenarbeid;
- d.
lerend werken;
- e.
arbeid in loondienst;
- f.
grensoverschrijdende dienstverlening;
- g.
arbeid als niet-geprivilegieerd militair of niet-geprivilegieerd burgerpersoneel;
- h.
arbeid als kennismigrant;
- i.
verblijf als houder van de Europese blauwe kaart in de zin van richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan (PbEU L 155);
- j.
wetenschappelijk onderzoek in de zin van richtlijn 2005/71/EG van de Raad van 12 oktober 2005 betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek (PbEU L 289);
- k.
arbeid als zelfstandige;
- l.
het zoeken en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst;
- m.
verblijf als familie- of gezinslid bij een persoon die voor een tijdelijk doel in Nederland verblijft;
- n.
medische behandeling;
- o.
het afwachten van een verzoek op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap;
- p.
tijdelijke humanitaire gronden;
- q.
het doorbrengen van verlof in Nederland;
- r.
het afwachten van herstel en hervatting van de arbeid in loondienst aan boord van een Nederlands zeeschip of op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat;
- s.
het afwachten van herstel van medische behandeling;
- 2°
de vreemdeling van wie het verblijfsrecht op grond van artikel 3.4, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 tijdelijk is in de zin van artikel 2b, eerste lid, onder h, van de Remigratiewet, indien het als tijdelijk is aangemerkt met toepassing van artikel 3.5, vierde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000.
2.
Tot de categorie vreemdelingen, bedoeld in artikel 2b, vijfde lid, van de wet, behoren tevens de partner van de vreemdeling, bedoeld in het eerste lid, en hun kinderen, die met de vreemdeling naar Nederland zijn gekomen of die naar Nederland zijn gekomen om zich bij de vreemdeling te voegen.
3.
Onder verblijf voor het verrichten van arbeid in loondienst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, wordt het verblijf verstaan van de vreemdeling ten behoeve van wiens tewerkstelling over een geldige tewerkstellingsvergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen dient te worden beschikt.
4.
Onder verblijf voor het verrichten van arbeid als zelfstandige als bedoeld in het eerste lid, onderdeel k, wordt het verblijf verstaan van de vreemdeling, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Wet arbeid vreemdelingen.