Einde inhoudsopgave
Mijnbesluit BES
Artikel 161D
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Mijnverordening ter uitvoering der Curaçaosche mijnwet, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
21-09-2010, Stb. 2010, 445 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien cijns verschuldigd is, wordt vóór het einde van elk kalenderjaar, voor het daarop volgende kalenderjaar, de handelswaarde per eenheid produkt en per concessiehouder voorlopig vastgesteld.
2.
Als voorlopige handelswaarde per eenheid produkt wordt aangemerkt de verkoopprijs als bedoeld in het tweede lid van het vorige artikel:
- a.
welke definitief voor het voorlaatste kalenderjaar werd vastgesteld volgens onderstaande regelen, of
- b.
welke gedurende het lopende kalenderjaar werd behaald, of
- c.
welke voor het komende kalenderjaar vermoedelijk zal gelden.
3.
Op basis van de voorlopig vastgestelde handelswaarde vindt de heffing van de cijns in het komende kalenderjaar plaats.
4.
Binnen tien maanden na afloop van dat kalenderjaar wordt aan de hand van de uitkomsten van het ontginningsbedrijf van de concessiehouder gedurende dat jaar de handelswaarde per eenheid produkt over dat kalenderjaar definitief vastgesteld.
5.
Voor het eerste kalenderjaar of het nog overblijvende gedeelte daarvan, zal van een ontginning als voorlopige handelswaarde per eenheid produkt worden aangemerkt de vermoedelijke verkoopprijs als bedoeld in het tweede lid van het vorige artikel, welke voor het mijnprodukt in dit tijdvak zal gelden.
6.
De vaststelling van de voorlopige en de definitieve handelswaarde geschiedt bij beschikking van de Inspecteur, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel h, van de Douane- en Accijnswet BES. Een afschrift van de beschikking wordt per aangetekende brief toegezonden of tegen schriftelijk ontvangstbewijs uitgereikt aan de concessiehouder of zijn vertegenwoordiger.
7.
De concessiehouder is tegenover 's Rijks kas aansprakelijk voor de cijns.