RBP 2015/8
Voorlopige voorziening. Kan art. 223 Rv worden toegepast in verzoekschriftprocedures?
HR 05-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3533
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 december 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders
- Zaaknummer
14/04417
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- JCDI
JCDI:ADS920033:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3533, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2278, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2014
- Wetingang
Essentie
Voorlopige voorziening.
Kan art. 223 Rv worden toegepast in verzoekschriftprocedures? Op welke wijze dient een voorlopige voorziening in verzoekschriftprocedures te worden voorgelegd aan de rechter? Op welk moment kan dat worden gedaan? Wanneer dient de rechter op zo een verzoek te beslissen? Kan van de beslissing op het voorlopige voorzieningenverzoek tussentijds hoger beroep of cassatie worden ingesteld?
Samenvatting
Bij beschikking van 25 mei 2010 heeft het gerechtshof Leeuwarden de kinderalimentatie ten laste van een onderhoudsplichtige ouder – de man – vastgesteld op € 395 per maand. De man heeft vervolgens de Rechtbank Assen verzocht deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.