Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenbesluit 2000
Artikel 8.3 [Geen recht op vergunningen]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
03-06-2021, Stb. 2021, 268 (uitgifte: 10-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-2021, Stb. 2021, 268 (uitgifte: 10-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
1.
De vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8 van de Wet kan geen aanspraak maken op een beschikking als bedoeld in:
- a.
de artikelen 30b en 30h van de Wet op de kansspelen;
- b.
artikel 3 van de Alcoholwet;
- c.
de artikelen 2, eerste lid, en 7 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;
- d.
artikel 76 van de Wet personenvervoer 2000.
2.
De vreemdeling, bedoeld in het eerste lid, kan geen aanspraak maken op de toekenning van vergunningen en ontheffingen door bestuursorganen van gemeenten, provincies, waterschappen en met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen ingestelde openbare lichamen of gemeenschappelijke regelingen, voorzover die vergunningen of ontheffingen betrekking hebben op standplaatsen, markten, venten, collecteren, evenementen of beroepsmatige dan wel bedrijfsmatige activiteiten.