Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2116 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013
Artikel 78 Kruiscontroles
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2116)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2116)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
De juistheid van de door te lichten primaire gegevens wordt geverifieerd aan de hand van een aan het risiconiveau aangepast aantal kruiscontroles, indien nodig ook van de handelsdocumenten van derden, die onder meer inhouden:
- a)
vergelijkingen met de handelsdocumenten van leveranciers, klanten, vervoerders en andere derden;
- b)
zo nodig, fysieke controles op hoeveelheid en aard van de voorraden;
- c)
vergelijkingen met de gegevens over de financiële stromen die leiden tot of het gevolg zijn van de transacties in het kader van het ELGF-financieringssysteem;
- d)
controles van de boekhouding of van stukken inzake financiële bewegingen waaruit op het moment van doorlichting blijkt dat de door het betaalorgaan als bewijs voor de betaling van steun aan de begunstigde bewaarde documenten correct zijn.
2.
Indien een onderneming overeenkomstig het Unierecht of het nationale recht een afzonderlijke voorraadboekhouding moet voeren, wordt deze boekhouding bij doorlichting in passende gevallen tevens vergeleken met de handelsdocumenten en in voorkomend geval met de daadwerkelijke voorraden van de onderneming.
3.
Bij de selectie van de te controleren transacties wordt ten volle rekening gehouden met het risiconiveau.
4.
De voor de onderneming verantwoordelijke persoon of een derde zorgt ervoor dat alle handelsdocumenten en aanvullende informatie verstrekt worden aan de met de doorlichting belaste ambtenaren of de personen die gemachtigd zijn de doorlichting namens hen uit te voeren. Elektronisch opgeslagen gegevens worden via een passende informatiedrager verstrekt.
5.
De met de doorlichting belaste ambtenaren of de personen die gemachtigd zijn de doorlichting namens hen uit te voeren, kunnen eisen dat uittreksels uit of kopieën van de in lid 1 bedoelde documenten aan hen worden verstrekt.