RvdW 2010, 331
Onbevoegde vertegenwoordiging; toerekenbare schijn van volmachtverlening?; maatstaf.
HR 19-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK7671 (ING/Bera)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 februari 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/02127
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BK7671
- Roepnaam
ING/Bera
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK7671, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK7671, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑04‑2008
- Wetingang
BW art. 3:61
Essentie
Onbevoegde vertegenwoordiging; toerekenbare schijn van volmachtverlening?; maatstaf.
Voor toerekening van schijn van volmachtverlening aan de pseudo-vertegenwoordigde kan ook plaats kan zijn ingeval de wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op volmachtverlening aan de pseudo-gevolmachtigde op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van de pseudo-vertegenwoordigde komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid.
Partij(en)
ING Bank N.V., te Amsterdam, eiseres tot cassatie, adv.: aanvankelijk mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk, thans mr. R.A.A. Duk, toegelicht door mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk, adv. te amsterdam.
tegen
Bera Holding N.V., te Paramaribo, Suriname, verweerster in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.