Het voorlopig getuigenverhoor
Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/21:21 Methode; terminologie
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/21
21 Methode; terminologie
Documentgegevens:
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS454609:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De onderzoeksvraag wordt beantwoord door middel van het analyseren en interpreteren van wetgeving, rechtspraak en literatuur aangaande het Nederlandse recht, waarbij hier en daar ook zal worden verwezen naar Duits, Engels en Frans recht.
Omwille van de leesbaarheid wordt bij de bespreking van jurisprudentie in beginsel uitgegaan van één verzoeker en één verweerder, tenzij het aantal partijen of het geslacht van partijen relevant is voor de betreffende zaak. Ook wordt niet steeds voluit ‘een verzoek tot het doen houden van een voorlopig getuigenverhoor’ geschreven; met ‘een verzoek tot (het houden van) een voorlopig getuigenverhoor’ wordt hetzelfde bedoeld. De termen ‘voorlopige getuigenverhoren’ of ‘voorlopige getuigenverklaringen’ worden gebruikt om deze getuigenverhoren- en verklaringen te onderscheiden van de gewone getuigenverhoren en -verklaringen. Niet bedoeld wordt dat de getuigenverhoren of -verklaringen voorlopig zijn, in de zin van provisioneel of van mindere bewijswaarde (zie over de bewijskracht van voorlopige getuigenverklaringen par. 5.14).