Einde inhoudsopgave
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Artikel 2 Plan
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2020, Stb. 2020, 239 (uitgifte: 13-07-2020, kamerstukken: 35316)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2020, Stb. 2020, 241 (uitgifte: 13-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De gemeenteraad stelt een plan vast dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente.
2.
De gemeenteraad stelt het plan telkens voor een periode van ten hoogste vier jaren vast. Het plan kan tussentijds gewijzigd worden.
3.
Het plan bevat de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen dat inwoners schulden aangaan die ze niet kunnen betalen.
4.
In het plan wordt in ieder geval aangegeven:
- a.
welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen;
- b.
welke maatregelen de gemeenteraad en het college nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de integrale schuldhulpverlening wordt uitgevoerd;
- c.
hoe de samenwerking met schuldeisers, waaronder verhuurders van tot bewoning bestemde onroerende zaken, zorgverzekeraars, water- en energiebedrijven, wordt vormgegeven;
- d.
het maximaal aantal weken dat de gemeente nastreeft met betrekking tot de in artikel 4, eerste lid, genoemde periode, en
- e.
hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven.
5.
In het plan kan de gemeenteraad aangeven onder welke voorwaarden het college de cliënt verplicht te beschikken over een basisbetaalrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.