NJ 2019/261
OM-cassatie: werven voor gewapende strijd.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juni 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/05491
- Conclusie
A-G mr. W.H. Velinga
- Noot
T. Kooijmans
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS67840:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:897, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:139, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑09‑2017
- Wetingang
Essentie
OM-cassatie: werven voor gewapende strijd.
Samenvatting
Mede gelet op de wetsgeschiedenis is slechts dan sprake van het werven 'voor gewapende strijd' cfm art. 205 lid 1 Sr indien een persoon wordt geworven met het oog op diens rechtstreekse inzet ten behoeve van de gewapende strijd. Hieronder valt niet zonder meer het werven van een persoon voor het zorgen voor de bezittingen, het huishouden en de kinderen van een strijder. De toepasselijke internationale regelgeving leidt niet tot een ander oordeel.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van ...