NJ 2014/220
Ontoereikend bewijs roekeloosheid.
HR 04-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:470, m.nt. N. Rozemond
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 maart 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, W.F. Groos, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/03455
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
N. Rozemond
- JCDI
JCDI:ADS127838:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:470, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:89, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑04‑2013
- Wetingang
Art. 6, art. 175 lid 2 WVW 1994
Essentie
Het rijgedrag van de verdachte — onder invloed van alcohol en zonder rijbewijs, slingerend, met wisselende snelheden en op korte afstand achter andere auto’s rijden en vervolgens op het weggedeelte voor tegemoetkomend verkeer terecht komen — is onvoldoende voor het oordeel dat hij roekeloos heeft gereden.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem van 22 juni 2012, nummer 21/000430-11, in de strafzaak tegen: B. Adv. mr. C.N.G.M. Starmans, te Utrecht.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 4.1; red.)
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Verzoeker is bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.