De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/22.3.1:22.3.1 Bestaande dwangsomvordering
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/22.3.1
22.3.1 Bestaande dwangsomvordering
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS377882:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Voor wat betreft de bestaande dwangsomvordering is de mogelijkheid van een afzonderlijke cessie niet aan twijfel onderhevig. Toch is in de praktijk ter ondersteuning van het tegengestelde standpunt wel aangevoerd dat de inning van de verbeurde dwangsommen in rechtstreeks verband zou moeten staan met het belang bij de prestatie.
Met betrekking tot de bestaande dwangsomvordering is dit standpunt niet juist: weliswaar gaat ook van de executie van reeds verbeurde dwangsommen nog wel enige preventieve werking uit ten opzichte van de hoofdvordering, hoofdzakelijk heeft de dwangsomveroordeling deze werking echter vóór verbeurte. Cessie van de bestaande dwangsomvordering kan op deze grond dan ook niet worden voorkomen.