Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.9.7 Afwijzingsgronden
Geldend
Geldend van 01-07-2016 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
17-06-2016, Stcrt. 2016, 33018 (uitgifte: 22-06-2016, regelingnummer: WJZ/16084705)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2016, Stcrt. 2016, 33018 (uitgifte: 22-06-2016, regelingnummer: WJZ/16084705)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:
- a.
hij de subsidiabele kosten raamt op minder dan € 150.000;
- b.
onvoldoende vertrouwen bestaat dat de subsidieontvanger het ontwikkelingsproject en de daarop volgende fase van commercialisatie kan financieren;
- c.
onvoldoende vertrouwen bestaat dat de subsidieontvanger een ontwikkelingsproject zowel in technische als in economische zin tot een succes zal kunnen maken;
- d.
onvoldoende vertrouwen bestaat dat de subsidieontvanger de subsidie terug kan betalen binnen de in artikel 3.9.8, vierde lid, genoemde periode;
- e.
van het ontwikkelingsproject onvoldoende positieve gevolgen voor de Nederlandse economie te verwachten zijn.
2.
De afwijzingsgrond, genoemd in artikel 23, onderdeel a, van het besluit is niet van toepassing.