Einde inhoudsopgave
Metrologiewet
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Bronpublicatie:
08-07-2015, Stb. 2015, 307 (uitgifte: 28-07-2015, kamerstukken: 34143)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2015, Stb. 2015, 494 (uitgifte: 15-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien krachtens artikel 2 een nationale meetstandaard van een grootheid wordt verwezenlijkt of beheerd, wijst Onze Minister één in Nederland gevestigde instelling aan die tot taak heeft zorg te dragen voor het verwezenlijken en beheren van die nationale meetstandaard.
2.
Voor een aanwijzing komt in aanmerking een instelling die
- a.
wat betreft organisatie, personeel en materieel zodanig is ingericht dat de verwezenlijking of het beheer van de nationale meetstandaard van de betrokken grootheid kan worden verricht met inachtneming van hetgeen terzake door de bevoegde organen van het op 20 mei 1875 te Parijs gesloten verdrag ter verzekering van de internationale eenheid en de volmaking van het metrieke stelsel (Stb. 1929, 219) in het kader van dat verdrag is bepaald of in overeenstemming met het terzake bepaalde in een EU-besluit en
- b.
de in het eerste lid bedoelde taak onafhankelijk kan vervullen.
3.
De aanwijzing kan worden ingetrokken indien:
- a.
de betrokken instelling daarom verzoekt;
- b.
blijkt dat de instelling de op grond van deze wet gestelde regels ten aanzien van de meetstandaard niet naleeft;
- c.
de instelling niet meer voldoet aan de in het tweede lid bedoelde eisen;
- d.
de instelling niet voldoet aan andere uit deze wet voortvloeiende verplichtingen.
4.
Een op grond van het eerste lid aangewezen instelling herleidt de meetstandaarden van aangewezen instanties en toezichthouders op hun verzoek naar de nationale meetstandaard van de betrokken grootheid.
5.
Onze Minister kan een instelling aanwijzingen geven met betrekking tot de uitoefening van haar taak.