NJ 2023/298
Overeenkomstenrecht. Uitleg algemene voorwaarden; aannemelijkheid rechtsgevolgen; contra proferentem. Afwijking van art. 6:12 BW mogelijk?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 september 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, K. Teuben
- Zaaknummer
22/03482
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS717144:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1354, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑09‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:582, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2022
- Wetingang
Essentie
Overeenkomstenrecht. Uitleg algemene voorwaarden; aannemelijkheid rechtsgevolgen; contra proferentem. Afwijking van art. 6:12 BW mogelijk?
Samenvatting
Bij de uitleg van een schriftelijk contract zijn telkens van beslissende betekenis alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen (HR 20 februari 2004, NJ 2005/493, m.nt. C.E. du Perron). Hieruit volgt dat de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen van de ene of de andere uitleg een gezichtspunt oplevert dat in voorkomend geval bij de uitleg moet worden betrokken. Daarmee strookt niet het oordeel van het hof dat het voor Rabobank ...