V-N Vandaag 2017/2479
Geen samenhang met andere BPM-zaken. Te laat verweerschrift heeft nog geen gevolgen
HR 20-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2669
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 oktober 2017
- Zaaknummer
17/01898
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2669, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑10‑2017
- Wetingang
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 (BWBR0005806, 10)Invorderingswet 1990 (BWBR0004770, 28c)Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 8:73)Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 8:75)Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 6:2)Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (BWBV0001000, 6)
Essentie
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank voor de proceskostenvergoeding ten onrechte samenhang met twee andere BPM-zaken heeft aangenomen. De inspecteur krijgt voorts een laatste waarschuwing met betrekking tot het veel te laat indienen van het verweerschrift. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Samenvatting
De heer X doet in december 2013 BPM-aangifte voor een gebruikte Audi A5 2.0 TDI Sportback. Volgens de aangifte is de verschuldigde BPM € 2.599. Voor de berekening daarvan is gebruik gemaakt van de koerslijst van een marge-auto. De naheffingsaanslag van € 225 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.