Einde inhoudsopgave
Wet vervoer gevaarlijke stoffen
Artikel 44b
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
17-05-2010, Stb. 2010, 350 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 31959)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Vervoersrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Indien tegen de verdachte ernstige bezwaren zijn gerezen en tevens de belangen, welke door het vermoedelijk overtreden voorschrift worden beschermd, een onmiddellijk ingrijpen vereisen, is de officier van justitie in alle zaken als bedoeld in artikel 44a, eerste en tweede lid, bevoegd zolang de behandeling ter terechtzitting nog niet is aangevangen, de verdachte bij te betekenen kennisgeving als voorlopige maatregel te bevelen:
- a.
zich te onthouden van bepaalde handelingen;
- b.
zorg te dragen, dat in het bevel aangeduide voorwerpen, welke vatbaar zijn voor inbeslagneming, opgeslagen en bewaard worden ter plaatse, in het bevel aangegeven.
2.
De voorgenoemde bevelen zijn dadelijk uitvoerbaar en worden onverwijld aan de verdachte betekend.
3.
De voorgenoemde bevelen verliezen hun kracht door een tijdsverloop van zes maanden en blijven uiterlijk van kracht totdat de rechterlijke einduitspraak in de zaak, waarin zij zijn gegeven, onherroepelijk is geworden. Zij kunnen tussentijds door de officier van justitie bij aan de verdachte te betekenen kennisgeving worden gewijzigd of ingetrokken of door het gerecht, waarvoor de zaak wordt vervolgd, worden gewijzigd of opgeheven. Het gerecht kan dit doen ambtshalve, op de voordracht van de rechter-commissaris, met het gerechtelijk vooronderzoek belast, of op het verzoek van de verdachte; deze wordt steeds gehoord, althans behoorlijk opgeroepen, tenzij:
- a.
het gerecht reeds aanstonds tot wijziging overeenkomstig het verzoek van de verdachte dan wel tot opheffing besluit;
- b.
nog geen twee maanden zijn verstreken sedert op een vorig verzoek van de verdachte van gelijke strekking is beslist.
Het gerecht beslist op een verzoek van de verdachte binnen vijf dagen nadat het ter griffie is ingediend.
4.
Tegen voorgenoemde rechterlijke beschikkingen kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen en de verdachte binnen veertien dagen na de betekening in hoger beroep komen bij het Gemeenschappelijk Hof, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie.
5.
De artikelen 43, tiende en elfde lid, van het Wetboek van Strafvordering BES zijn van overeenkomstige toepassing.