NJB 2022/303:Uitspraak na beantwoorden van prejudiciele vragen bij arrest van 20 mei 2021, ECLI:EU:C:2021:398, over de uitleg van een bepaling in Richtlijn 2008/68/EG betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land. De Afdeling leidt uit het arrest af dat de nationale rechter bij de toetsing van een besluit tot vaststelling van een vergunningvoorschrift, zij het onder voorwaarden, de beoordeling of dat voorschrift handhaafbaar is, mag beperken tot een toets aan het evidentiecriterium (ook) als het gaat om strijdigheid met het Unierecht. Het in geding zijnde voorschrift is niet handhaafbaar, ook niet als het in rechte onaantastbaar zou zijn geworden, zodat het niet had mogen worden gesteld.

NJB 2022/303

Uitspraak na beantwoorden van prejudiciele vragen bij arrest van 20 mei 2021, ECLI:EU:C:2021:398, over de uitleg van een bepaling in Richtlijn 2008/68/EG betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land. De Afdeling leidt uit het arrest af dat de nationale rechter bij de toetsing van een besluit tot vaststelling van een vergunningvoorschrift, zij het onder voorwaarden, de beoordeling of dat voorschrift handhaafbaar is, mag beperken tot een toets aan het evidentiecriterium (ook) als het gaat om strijdigheid met het Unierecht. Het in geding zijnde voorschrift is niet handhaafbaar, ook niet als het in rechte onaantastbaar zou zijn geworden, zodat het niet had mogen worden gesteld.

Documentgegevens:

ABRvS 12-01-2022, ECLI:NL:RVS:2022:11

Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Datum: 12 januari 2022
Magistraten: Mrs. Van Ettekoven, Simons, Venema, Koopman en Schueler
Zaaknummer: 201705745/3/R4
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Omgevingsrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:RVS:2022:11, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 12‑01‑2022
Wetingang: (art. 5 Richtlijn 2008/68/EG betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land; art. 2.22 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

Essentie

Uitspraak na beantwoorden van prejudiciele vragen bij arrest van 20 mei 2021, ECLI:EU:C:2021:398, over de uitleg van een bepaling in Richtlijn 2008/68/EG betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land. De Afdeling leidt uit het arrest af dat de nationale rechter bij de toetsing van een besluit tot vaststelling van een vergunningvoorschrift, zij het onder voorwaarden, de beoordeling of dat voorschrift handhaafbaar is, mag beperken tot een toets aan het evidentiecriterium (ook) als het gaat om strijdigheid met het Unierecht. Het in geding zijnde voorschrift is niet handhaafbaar, ook niet als het in rechte onaantastbaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.