Einde inhoudsopgave
Wet rechtspositionele voorzieningen rampbestrijders
Artikel 34
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1993
- Bronpublicatie:
09-09-1992, Stb. 1992, 531 (uitgifte: 13-10-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22225 Overheid.nl: 22225)
- Inwerkingtreding
01-07-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-05-1993, Stb. 1993, 294 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
De aanvrager onderscheidenlijk degene aan wie een voorziening is toegekend, is verplicht aan Onze Minister onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten of omstandigheden, waarvan het hem redelijkerwijs duidelijk is, dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op of de hoogte van een uitkering krachtens deze wet of het bedrag dat daarvan wordt uitbetaald.
2.
Indien de aanvrager onderscheidenlijk degene aan wie een voorziening is toegekend de verplichting hem op grond van het eerste lid opgelegd, niet nakomt, is Onze Minister bevoegd de voorziening tijdelijk of blijvend geheel te weigeren, of tijdelijk of blijvend gedeeltelijk te weigeren of de uitkeringsduur te beperken.