NJ 1930, p. 950
Verzet tegen de faillietverklaring door een derde op grond dat een in een vorig faillissement erkende vordering van den aanvrager niet zou bestaan. Verzet door Rb. en Hof afgewezen. Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep.
HR 12-05-1930, ECLI:NL:HR:1930:313 (Faillissement Leijtens)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 mei 1930
- Magistraten
Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Savelberg, Jhr. Feith, Taverne, Kranenburg
- Zaaknummer
[12051930/NJ_1930,_p._950]
- Conclusie
Conclusie van den Adv.-Gen. Besier.
- Roepnaam
Faillissement Leijtens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS102913:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1930:313, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑05‑1930
- Wetingang
Essentie
Verzet tegen de faillietverklaring door een derde op grond dat een in een vorig faillissement erkende vordering van den aanvrager niet zou bestaan. Verzet door Rb. en Hof afgewezen. Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep.
Samenvatting
Het cassatieberoep is niet-ontvankelijk, nu van het verzoek tot cassatie na den vierden dag volgende op dien, waarop het verzoek is ingediend, aan den procureur van den oorspr. verzoeker tot faillietverklaring is kennis gegeven en deze niet is verschenen ter terechtzitting voor de behandeling van het request bepaald, terwijl uit niets blijkt dat het verzuim der kennisgeving zou zijn gedekt.
Adv.-Gen. Besier bovendien: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.