RFR 2022/92
Huwelijksvermogensrecht. Mocht het hof zich opnieuw buigen over de peildatum van de waardering van echtelijke woning?
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:592
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
20/04419
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS655535:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:592, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1010, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑12‑2020
- Wetingang
Art. 3:178 BW; art. 154 Rv
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Familieprocesrecht.
Mocht het hof zich opnieuw buigen over de peildatum van de waardering van echtelijke woning? Heeft de man het bestaan van een lening inzake de woning erkend?
Samenvatting
Partijen zijn gehuwd geweest in algehele gemeenschap van goederen. Het huwelijk van partijen is in 2020 door echtscheiding ontbonden. De rechtbank heeft bij beschikking van 6 februari 2018 de wijze van verdeling van de gemeenschap gelast en heeft inzake de verdeling van de echtelijke woning onder meer overwogen dat de echtelijke woning eerst dient te worden getaxeerd en dat de uitkomst van de taxatie tussen partijen bindend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.