RvdW 2017/549
Onvoldoende bewijs medeplegen hennepteelt.
HR 18-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:719
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 april 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/05952
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:719, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:295, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2017
Essentie
Onvoldoende bewijs medeplegen hennepteelt.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, van 14 december 2015, nummer 21/002498-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. J. Boksem, te Leeuwarden.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft bij arrest van 14 december 2015 de verdachte wegens 1 primair “medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod” veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair zestig dagen hechtenis.