Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 282 [Opzettelijke vrijheidsberoving]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1994
- Bronpublicatie:
27-01-1994, Stb. 1994, 60 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22268 Overheid.nl: 22268)
- Inwerkingtreding
01-04-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-01-1994, Stb. 1994, 60 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22268Overheid.nl: 22268)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
1.
Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid berooft of beroofd houdt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2.
Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
3.
Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
4.
De in dit artikel bepaalde straffen zijn ook van toepassing op hem die opzettelijk tot de wederrechtelijke vrijheidsberoving een plaats verschaft.