Einde inhoudsopgave
Mijnbouwbesluit
Artikel 121
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Mijnbouwwet (31-10-2002, Stb. 542).
- Bronpublicatie:
06-12-2002, Stb. 2002, 604 (uitgifte: 24-12-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2002, Stb. 2002, 603 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
Het vermogen van het fonds bedraagt per 1 januari van elk kalenderjaar ten minste € 250 000.
2.
De sectoren, genoemd in onderstaande tabel, dragen overeenkomstig de in die tabel genoemde bedragen bij aan de vorming van het initiële vermogen van het fonds.
Sector | Aandeel |
---|---|
Olie- en gaswinning | € 125 000 |
Zoutwinning | € 75 000 |
Opslag van stoffen | € 50 000 |
Verkenningsonderzoek | € 0 |
3.
Indien op 1 januari van enig kalenderjaar het vermogen waarover het fonds beschikt minder bedraagt dan het vermogen waarover het fonds op grond van het eerste lid dient te beschikken, wordt het tekort, voor zover niet veroorzaakt door de op een mijnbouwondernemer verhaalbare voorschotten, door de in het tweede lid genoemde sectoren aangevuld. Het aandeel van iedere sector wordt bepaald naar evenredigheid van de schadevergoedingen die in het voorafgaande kalenderjaar ten laste van het fonds zijn betaald in verband met de mijnbouwactiviteiten van de tot die sectoren behorende mijnbouwondernemers.
4.
Indien in een sector geen mijnbouwondernemers meer zijn die een bijdrage kan worden opgelegd, wordt het aandeel van die sector in het vermogen van het fonds gelijkelijk verdeeld over de andere sectoren.