Einde inhoudsopgave
Wijzigingswet Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel I
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
28-10-1991, Stb. 1991, 583 (uitgifte: 26-11-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21961 Overheid.nl: 21961)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-1991, Stb. 1991, 690 (uitgifte: 24-12-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
Een vóór het tijdstip van het in werking treden der wet gelegd beslag wordt, voor zover uit de volgende leden niet anders voortvloeit, naar het voordien geldend recht afgewikkeld.
2.
In het geval van het vorige lid worden van het in werking treden der wet af tweede en volgende beslagen op hetzelfde schip of luchtvaartuig met toepassing van het nadien geldende recht gelegd en is geen oppositie tegen afgifte van kooppenningen meer mogelijk. De afwikkeling van deze beslagen geschiedt met toepassing van ditzelfde recht, behoudens voor zover de afwikkeling van de eerder gelegde beslagen toepassing van het voordien geldende recht eist.
3.
Indien op het tijdstip van het in werking treden van de wet de bevoegdheid bestond om krachtens een door de president gegeven bevelschrift of verlof conservatoir beslag te leggen, kan die bevoegdheid na dit tijdstip met inachtneming van het nieuwe recht worden uitgeoefend. De eis in de hoofdzaak geldt als tijdig ingesteld, indien zulks is geschied binnen acht dagen na het beslag of, indien het bevelschrift of verlof daartoe een langere termijn inhoudt, binnen die termijn. Voor de toepassing van artikel 702 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals dit op het tijdstip van het in werking treden van deze wet zal gelden, wordt het bevelschrift of verlof met een verlof als in dat artikel bedoeld gelijk gesteld.
4.
Een executoriale verkoop door een beslaglegger die op het tijdstip van het in werking treden van de wet nog niet was aangekondigd, wordt volgens de bepalingen van het nadien geldende recht afgewikkeld. Voor de toepassing van die bepalingen wordt een schuldeiser die voordien oppositie tegen afgifte van kooppenningen heeft gedaan, gelijk gesteld met een beslaglegger.
5.
Een rangregeling wordt afgewikkeld naar het recht waaronder de benoeming plaats vond van de rechter-commissaris, te wiens overstaan de verdeling zal plaatsvinden.