Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 375 [Schulden]
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2015
- Redactionele toelichting
In het Staatsblad is lid 2 niet genummerd.
- Bronpublicatie:
30-09-2015, Stb. 2015, 349 (uitgifte: 09-10-2015, kamerstukken: 34176)
- Inwerkingtreding
01-11-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-2015, Stb. 2015, 351 (uitgifte: 19-10-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
1.
Onder de schulden worden afzonderlijk opgenomen:
- a.
obligatieleningen, pandbrieven en andere leningen met afzonderlijke vermelding van de converteerbare leningen;
- b.
schulden aan banken;
- c.
ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen voor zover niet reeds op actiefposten in mindering gebracht;
- d.
schulden aan leveranciers en handelskredieten;
- e.
te betalen wissels en cheques;
- f.
schulden aan groepsmaatschappijen;
- g.
schulden aan rechtspersonen en vennootschappen die een deelneming hebben in de rechtspersoon of waarin de rechtspersoon een deelneming heeft, voor zover niet reeds onder f vermeld;
- h.
schulden ter zake van belastingen en premiën van sociale verzekering;
- i.
schulden ter zake van pensioenen;
- j.
overige schulden.
2.
Bij elke in lid 1 vermelde groep van schulden wordt aangegeven tot welk bedrag de resterende looptijd langer is dan een jaar, met aanduiding van de rentevoet daarover. Voor het totaal van de in lid 1 vermelde schulden wordt aangegeven tot welk bedrag de resterende looptijd langer is dan vijf jaar.
3.
Voor het totaal van de in lid 1 genoemde groepen, wordt aangegeven voor welke schulden zakelijke zekerheid is gesteld en in welke vorm dat is geschied. Voorts wordt medegedeeld ten aanzien van welke schulden de rechtspersoon zich, al dan niet voorwaardelijk, heeft verbonden tot het bezwaren of niet bezwaren van goederen, voor zover dat noodzakelijk is voor het verschaffen van het in artikel 362 lid 1 bedoelde inzicht.
4.
Aangegeven wordt tot welk bedrag schulden in rang zijn achtergesteld bij de andere schulden; de aard van deze achterstelling wordt toegelicht.
5.
Is het bedrag waarmee de schuld moet worden afgelost hoger dan het ontvangen bedrag, dan mag het verschil, mits afzonderlijk vermeld, uiterlijk tot de aflossing worden geactiveerd.
6.
Het bedrag wordt vermeld dat de rechtspersoon op leningen die zijn opgenomen onder de schulden met een resterende looptijd van meer dan een jaar, moet aflossen tijdens het boekjaar, volgend op dat waarop de jaarrekening betrekking heeft.
7.
Bij converteerbare leningen worden de voorwaarden van conversie medegedeeld.