HR, 29-05-2012, nr. 12/01961 H
ECLI:NL:HR:2012:BW6783
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29-05-2012
- Zaaknummer
12/01961 H
- LJN
BW6783
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2012:BW6783, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑05‑2012; (Herziening)
- Vindplaatsen
Uitspraak 29‑05‑2012
Inhoudsindicatie
Herziening. Aanvrage n-o. Een herzieningsaanvraag kan ingevolge art. 458 Sv niet worden ingediend door de bewindvoerder en mentor van de veroordeelde. Overigens zou de aanvrage niet tot herziening kunnen leiden.
Partij(en)
29 mei 2012
Strafkamer
nr. S 12/01961 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een arrest van de Hoge Raad van 13 maart 2012, nummer 10/04228, ingediend door [indiener], ten behoeve van:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973, wonende te [woonplaats].
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie van [aanvrager] - ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 1 september 2010 waarbij deze in hoger beroep tot straf is veroordeeld - verworpen.
2. De aanvrage tot herziening
De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de aanvrage
3.1.
Ingevolge art. 458 Sv moet een aanvrage tot herziening van de zijde van de veroordeelde worden aangebracht door het indienen van een verzoekschrift door de veroordeelde of door zijn raadsman. De wet kent te dien aanzien geen afwijking in die zin dat de indiening ook zou kunnen geschieden door de "bewindvoerder en mentor" van de veroordeelde zoals te dezen is geschied. De aanvrage kan daarom niet worden ontvangen.
3.2.
Ten overvloede merkt de Hoge Raad nog op dat de aanvrage niet tot herziening zou kunnen leiden, omdat het arrest waarvan herziening wordt gevraagd, niet is een einduitspraak houdende veroordeling in de zin van art. 457, eerste lid, Sv.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de aanvrage niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 29 mei 2012.