Einde inhoudsopgave
Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 88 [Opsporingsbevoegdheid misdrijven tegen openbaar gezag]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 601 (uitgifte: 22-12-2011, kamerstukken: 32468)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2012, Stb. 2012, 408 (uitgifte: 19-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal strafrecht (V)
1.
De ambtenaren van de rijksbelastingdienst zijn tevens belast met de opsporing van:
- a.
de misdrijven omschreven in de artikelen 179 tot en met 182 van het Wetboek van Strafrecht, welke jegens hen zijn begaan;
- b.
het misdrijf omschreven in artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht, indien het bevel of de vordering is gedaan krachtens of de handeling is ondernomen ter uitvoering van de belastingwet.
2
De artikelen 152, 153, 156 en 159 van het Wetboek van Strafvordering zijn te dezen op de ambtenaren van overeenkomstige toepassing.