Rb. Arnhem, 05-04-2006, nr. 115148
ECLI:NL:RBARN:2006:AW4325
- Instantie
Rechtbank Arnhem
- Datum
05-04-2006
- Zaaknummer
115148
- LJN
AW4325
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBARN:2006:AW4325, Uitspraak, Rechtbank Arnhem, 05‑04‑2006; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 05‑04‑2006
Inhoudsindicatie
Nu niet is komen vast te staan dat - samengevat - eiseres te hoge bedragen heeft gefactureerd en op enigerlei wijze tekortgeschoten is en - het zij herhaald - Formetis niet heeft voldaan aan haar verplichting mee te werken aan het onderzoek en dus aan haar te wijten is dat ter zake geen deskundigenbericht is uitgebracht, dient naar het oordeel van de rechtbank in conventie de vordering in hoofdsom te worden toegewezen en in reconventie de vordering te worden afgewezen.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 115148 / HA ZA 04-1178
Vonnis van 5 april 2006
in de zaak van
de vennootschap onder firma
[eiseres] V.O.F.,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres,
procureur mr. J.C.N.B. Kaal,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FORMETIS PROCESARCHITECTUUR B.V.,
gevestigd te Zaltbommel,
gedaagde,
procureur mr. J.M. Bosnak.
Partijen zullen hierna de [eiseres] en Formetis genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het tussenvonnis van 30 maart 2005
- -
de correspondentie in verband met het deskundigenbericht, waarvan de relevante brieven hieronder in r.ov. 2.2 worden genoemd, en de begrotingsbeschikking d.d. 13 februari 2006,
- -
de conclusie na niet gehouden deskundigenonderzoek
- -
de antwoordconclusie na niet gehouden deskundigenonderzoek.
Ten slotte is vonnis bepaald.
De beoordeling
in conventie en in reconventie
- 2.1.
Formetis heeft zich, zo stelt zij, verwonderd over de volgorde waarin de beide laatste conclusies zijn genomen. Nu verwondering op zichzelf niet leidt tot juridische gevolgen, Formetis zelf aan die volgorde van concluderen geen juridische gevolgen verbindt en bovendien zonder toelichting, die niet is gegeven, niet valt in te zien dat Formetis door die volgorde van concluderen in haar belangen is geschaad, zal aan deze opmerking van Formetis voorbijgegaan worden.
- 2.2.
Bij haar vonnis van 30 maart 2005, waarbij de rechtbank volhardt, is onder meer een onderzoek door een deskundige bevolen, is de heer E.H.B. [betrokkene 3] RA benoemd tot deskundige en zijn hem de volgende vragen voorgelegd:
- 1.
Zijn de declaraties van De [eiseres] van 1 september 2003, 1 oktober 2003 en 1 november 2003 te hoog in verhouding tot de desbetreffende verrichte werkzaamheden, mede in het licht van hetgeen in rechtsoverweging 4.4 is overwogen?
- 2.
Is het bedrag van € 11.424,- dat registeraccountant [betrokkene] in verband met de correctie van door De [eiseres] gemaakte boekhoudkundige fouten heeft gedeclareerd, redelijk gezien de aard en omvang van die desbetreffende werkzaamheden?
- 3.
Is door toedoen van De [eiseres] een aangifte voor teruggave van vennootschapsbelasting vijf maanden te laat ingediend en heeft Formetis als gevolg daarvan € 5.750,- renteverlies gehad?
- 4.
Welke andere feiten of omstandigheden, gebleken uit het onderzoek, kunnen van belang zijn voor een goed begrip van de zaak?
- 2.3.
Genoemde deskundige heeft aan beide partijen verzocht hem stukken toe te zenden met het oog op zijn onderzoek.
- 2.3.1.
De [eiseres] heeft aan dit verzoek voldaan.
- 2.3.2.
Bij brief van 23 juni 2005 aan de rechtbank heeft de deskundige geschreven: “[…] De advocaat van Formetis heeft toegezegd ons op korte termijn stukken te doen toekomen. Het feit dat de contactpersoon van Formetis ernstig ziek is bemoeilijkt de voortgang van het onderzoek […]” Bij brief van 17 mei 2005 aan de advocaat van Formetis heeft de deskundige bericht welke stukken hij van de kant van Formetis nog diende te ontvangen ter voorbereiding op zijn onderzoek. Bij brief van 1 juli 2005 aan de rechtbank heeft de advocaat van Formetis daarop gereageerd. Hij heeft geschreven dat de heer [betrokkene 2] van Formetis in het ziekenhuis was opgenomen, dat diens echtgenote stukken aan hem - de advocaat - ter beschikking had gesteld maar dat de door de deskundige gewenste stukken daar niet bij waren. De deskundige heeft bij brief van 28 oktober 2005 aan de rechtbank bericht nog altijd niet over die stukken te beschikken en bij brief van dezelfde datum aan de advocaat van Formetis doen weten een aantal stukken van hem te hebben ontvangen en aangegeven welke stukken hij nog wenste te ontvangen ter voorbereiding op zijn onderzoek. In een brief van 14 november 2005 van de rechtbank aan de advocaten van partijen staat: “Mede in aanmerking genomen dat aan Formetis reeds geruime tijd bekend is dat de heer [betrokkene 3] RA over die stukken de beschikking wenst te krijgen, dient Formetis ervoor zorg te dragen dat deze voor 1 december 2005 in zijn bezit zijn. Mochten de stukken voor voornoemde datum niet in het bezit van de heer [betrokkene 3] RA zijn, dan zal de rechtbank geen nader uitstel verlenen en zal hij zijn opdracht teruggeven”. De deskundige heeft de rechtbank op 1 december 2005 bericht geen aanvullende stukken van Formetis te hebben ontvangen en zijn opdracht teruggegeven.
Formetis stelt dat de deskundige “de benodigde stukken” van haar heeft ontvangen en dat het achterwege blijven van een deskundigenbericht voor haar onbegrijpelijk is. Formetis geeft niet aan wanneer zij die stukken aan de deskundige heeft toegezonden en welke stukken dat exact zijn geweest. Evenmin heeft zij (een kopie van) een begeleidend schrijven aan de deskundige overgelegd. Mede in het licht van het feit dat Formetis niet heeft gereageerd op de declaratie met specificatie van de deskundige in verband met diens teruggave van de opdracht, hetgeen toch voor de hand zou hebben gelegen indien de deskundige naar het oordeel van Formetis alle benodigde stukken had ontvangen en het achterwege blijven van een deskundigenbericht voor haar onbegrijpelijk was, acht de rechtbank haar de stelling dat de deskundige alle benodigde stukken van haar heeft ontvangen, dan ook onvoldoende onderbouwd. Daarmee staat in rechte vast dat Formetis niet de benodigde stukken aan de deskundige heeft verstrekt en niet heeft voldaan aan haar verplichting mee te werken aan het onderzoek (art. 198 lid 3 Rv.).
- 2.4.
De rechtbank kan daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht (art. 198 lid 3 Rv.). Nu Formetis geruime tijd de gelegenheid heeft gehad de door de deskundige benodigde stukken aan hem te verstrekken en ondanks diverse rappellen daartoe niet is overgegaan, zal de rechtbank recht doen op de stukken. In het licht van het feit dat Formetis heeft geweigerd medewerking te verlenen aan het onderzoek van de door de rechtbank benoemde deskundige, ziet de rechtbank geen enkele aanleiding Formetis in de gelegenheid te stellen onderzoek te doen instellen door een eigen deskundige. Het verzoek daartoe wordt afgewezen.
- 2.5.
Nu niet is komen vast te staan dat - samengevat - De [eiseres] te hoge bedragen heeft gefactureerd en op enigerlei wijze tekortgeschoten is en - het zij herhaald - Formetis niet heeft voldaan aan haar verplichting mee te werken aan het onderzoek en dus aan haar te wijten is dat ter zake geen deskundigenbericht is uitgebracht, dient naar het oordeel van de rechtbank in conventie de vordering in hoofdsom te worden toegewezen en in reconventie de vordering te worden afgewezen.
- 2.6.
Tegen de gevorderde afgifte van het (persoonlijk) dossier van de heer De [eiseres] over Soltronic B.V. is geen verweer gevoerd, zodat dit onderdeel van de vordering in conventie toewijsbaar is.
- 2.7.
In conventie is tevens vergoeding van vertragingsrente en buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vertragingsrente zal worden toegewezen nu daartegen geen gemotiveerd verweer is gevoerd. De buitengerechtelijke incassokosten zullen overeenkomstig rapport Voor-werk II worden toegewezen tot een bedrag gelijk aan 2 punten van het toepasselijke liquidatietarief, nu naar het oordeel van de rechtbank voldoende vaststaat dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht anders dan ter instructie van de zaak, maar niet dat deze van een zodanige omvang zijn geweest dat deze de vergoeding van een hoger bedrag rechtvaardigen.
- 2.8.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Formetis worden veroordeeld in de kosten van deze procedure in conventie en in reconventie. Deze kosten zal de rechtbank als een totaalbedrag berekenen, aangezien de kosten van de deskundige betrekking hebben op de procedure in conventie en in reconventie en niet kunnen worden gesplitst. De kosten in conventie en in reconventie, gevallen aan de zijde van De [eiseres], bedragen tot heden:
dagvaarding € 70,40
vast recht € 288,00
salaris procureur in conventie € 960,00 (2,5 punten x € 384,- conform tarief I)
salaris procureur in reconventie € 579,00 (2 punten x € 579,- conform tarief III x 0,5)
kosten deskundige € XXXXXXX
totaal
- 2.9.
Ter toelichting op de post “kosten deskundige” merkt de rechtbank op dat partijen als voorschot elk € 2000,00 hebben betaald, dat de kosten van de deskundige zijn begroot op € XXXXXXX, dat van het resterende bedrag € XXXXXXXX is terugbetaald aan De [eiseres] en € XXXXXX aan Formetis, zodat € XXXXXXXXX voor rekening van De [eiseres] is gebleven.
De beslissing
De rechtbank
in conventie
veroordeelt Formetis om aan de [eiseres] te betalen een bedrag van € 7.317,72 (zevenduizend driehonderd zeventien euro en tweeënzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente
- -
over het nog niet betaalde deel van het bedrag van € 4.000,00 vanaf 15 september 2003 tot de dag van volledige betaling,
- -
over het nog niet betaalde deel van het bedrag van € 1.942,08 vanaf 15 oktober 2003 tot de dag van volledige betaling,
- -
over het nog niet betaalde deel van het bedrag van € 1.375,64 vanaf 15 november 2003 tot de dag van volledige betaling,
- 3.2.
veroordeelt Formetis om aan de [eiseres] te betalen een bedrag van € 768,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten,
- 3.3.
veroordeelt Formetis binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis aan De [eiseres] af te geven het (persoonlijk) dossier van de heer De [eiseres] over Soltronic B.V.,
- 3.4.
verklaart dit vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
- 3.5.
wijst de vordering af,
voorts in conventie en in reconventie
- 3.6.
veroordeelt Formetis in de proceskosten, aan de zijde van de [eiseres] tot op heden begroot op EUR [jw.kst.1.rechtbank.Proceskosten.Totaal],
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis en in het openbaar uitgesproken op 5 april 2006.