Einde inhoudsopgave
Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956
Artikel 31
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
03-12-2014, Stb. 2014, 494 (uitgifte: 12-12-2014, kamerstukken: 33891)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2014, Stb. 2014, 521 (uitgifte: 18-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Indien een persoon, die recht heeft op pensioen, weduwenpensioen, wezenonderstand of overige uitkering, ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Wet langdurige zorg een bijdrage verschuldigd is in de kosten van zorg, is het orgaan, dat belast is met de uitbetaling van het pensioen, het weduwenpensioen, de wezenonderstand of de overige uitkering en toeslagen krachtens deze wet, bevoegd het pensioen, het weduwenpensioen, de wezenonderstand, de overige uitkering en de toeslagen tot ten hoogste het bedrag van die bijdrage in plaats van aan die persoon zonder diens machtiging uit te betalen aan het Zorginstituut Nederland, genoemd in artikel 58, eerste lid van de Zorgverzekeringswet.
2.
Het in het voorgaande lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van uitbetaling van pensioenen als bedoeld in de Bijzondere Ongevallenregeling Dienst- en Reserveplichtigen (Ind. Stb. 1947, 154) en daarop verleende toeslagen.