NJ 1942/351:Vordering, bij verzoekschrift, van schoonmoeder tegen schoonzoon, tot levensonderhoud, zulks terwijl bij op dagvaarding (vóór wet 1934) gewezen vonnis was beslist, dat het recht van verzoekster om levensonderhoud te vorderen, ingevolge art. 377 B. W., wegens aangaan van een tweede huwelijk, was vervallen. Kracht van gewijsde van genoemd vonnis in eene request-procedure? Bindende kracht om andere redenen?