Einde inhoudsopgave
Kaderwet dienstplicht
Artikel 18 Gewone omstandigheden
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1997
- Redactionele toelichting
Bij de inwerkingtreding van deze wet is dit artikel opgeschort.
- Bronpublicatie:
13-03-1997, Stb. 1997, 139 (uitgifte: 03-04-1997, kamerstukken: 24245)
- Inwerkingtreding
01-05-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-04-1997, Stb. 1997, 163 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De dienstplichtige is in gewone omstandigheden uitsluitend verplicht tot het vervullen van werkelijke dienst voor opleiding en oefening alsmede voor herhalingsoefeningen.
2.
Oproeping voor opleiding en oefening respectievelijk herhalingsoefeningen geschiedt door Onze Minister. De dienstplichtigen zijn verplicht aan de oproeping gevolg te geven.
3.
Onverminderd de artikelen 12, 13, 14, alsmede het vijfde lid van dit artikel, gaat de oproeping van jongere dienstplichtigen zoveel mogelijk vooraf aan de oproeping van oudere dienstplichtigen. Voor opleiding en oefening worden dienstplichtigen ouder dan 35 jaar niet opgeroepen. In geval van herhalingsoefeningen vindt geen oproeping van dienstplichtigen ouder dan 45 jaar plaats.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de duur van de werkelijke dienst, bedoeld in het eerste lid, die voor groepen van functies verschillend kan worden gesteld. De duur van de opleiding en oefening bedraagt ten hoogste achttien maanden. De duur van de herhalingsoefeningen bedraagt al of niet aaneengesloten ten hoogste drie maanden.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen groepen van dienstplichtigen worden aangewezen die in geval van een oproeping als bedoeld in het eerste lid niet of voorlopig niet in werkelijke dienst behoeven te komen.