Einde inhoudsopgave
Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
11-09-1997, Stb. 1997, 514 (uitgifte: 13-11-1997, kamerstukken: 24622)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-1997, Stb. 1997, 678 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De directeur stelt jaarlijks voor een door Onze Minister vast te stellen datum een verslag op van de werkzaamheden van Staatsbosbeheer, het gevoerde beleid in het algemeen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn werkwijze in het bijzonder in het afgelopen kalenderjaar, alsmede een financieel verslag.
2.
De raad van toezicht stelt de stukken, bedoeld in het eerste lid, vast.
3.
Het financieel verslag behoeft de goedkeuring van Onze Minister.
4.
De stukken, bedoeld in het eerste lid, worden aan Onze Minister toegezonden en algemeen verkrijgbaar gesteld.
5.
Onverminderd het eerste lid, zijn de artikelen 361 tot en met 391 en 405 tot en met 414 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de bepalingen die betrekking hebben op het in aandelen verdeeld zijn van het kapitaal van een vennootschap.
6.
Onze Minister kan regels stellen over het te voeren financieel beheer en de verantwoording daarover. Zo nodig kan hij goedkeuring verlangen van de begroting van Staatsbosbeheer.