Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen van nalatenschappen en verkrijgingen krachtens erfrecht
Protocol
Geldend
Geldend vanaf 03-02-1971
- Bronpublicatie:
15-07-1969, Trb. 1969, 221 (uitgifte: 19-11-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-02-1971
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-02-1971, Trb. 1971, 33 (uitgifte: 01-01-1971, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Schenk- en erfbelasting (V)
Bij de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen van nalatenschappen en verkrijgingen krachtens erfrecht (hierna te noemen de Overeenkomst) zijn de vertegenwoordigers van beide Partijen, die dit Protocol ondertekend hebben, de volgende bepalingen overeengekomen:
- I.
De bepalingen van de Overeenkomst tasten niet aan vermogensrechten op grond van wetten betreffende erfrecht, scheiding en deling, erfopvolging, verkrijging krachtens erfrecht of andere soortgelijke aangelegenheden.
- II.
Indien de betekenis van een uitdrukking volgens de wetgeving van een van de Staten verschilt van de betekenis van de uitdrukking volgens de wetgeving van de andere Staat, of indien de betekenis van zodanige uitdrukking volgens de wetgeving van een van de Staten of van beide Staten niet geredelijk kan worden bepaald, kunnen de bevoegde autoriteiten van de Staten voor de toepassing van de Overeenkomst, teneinde dubbele belasting te voorkomen of een ander doel van de Overeenkomst te bevorderen, een gemeenschappelijke betekenis van de uitdrukking vaststellen.
- III.
Bij het uitleggen van artikel 4, derde lid, letter (a), wordt een overledene niet geacht meer dan één duurzaam tehuis te hebben.
- IV.
Zoals gebezigd in de Overeenkomst betekent de uitdrukking ‘woonplaats’ (domicile) voor elk van de Staten woonplaats (residence) voor de toepassing van zijn belastingheffing.
- V.
Het Koninkrijk der Nederlanden zal, voor het bepalen van de woonplaats volgens artikel 4 van de Overeenkomst, niet zijn eenzijdige tien jaren regeling inroepen ten aanzien van een overledene die staatsburger van Nederland was en die gedurende minder dan tien jaren onmiddellijk voorafgaande aan zijn overlijden in de Verenigde Staten had verbleven, indien de overledene de bedoeling had voor onbepaalde tijd in de Verenigde Staten te blijven; dit lid tast evenwel niet het recht van Nederland aan overeenkomstig artikel 9 van de Overeenkomst belasting te heffen.
- VI.
Aangezien artikel 4 de bedoeling heeft alle gevallen van dubbele woonplaats tot een oplossing te brengen, regelen de bevoegde autoriteiten van de Staten elk geschil met betrekking tot de woonplaats van de overledene voor de toepassing van de Overeenkomst, dat aan een van hen of aan hen beiden wordt voorgelegd binnen de termijn die krachtens artikel 12 is voorgeschreven voor het indienen van een verzoek om verrekening of teruggaaf.
- VII.
De bij artikel 10, eerste lid, voorziene vrijstelling gaat aan de toepassing van de bij artikel 10, tweede lid, voorziene vrijstelling vooraf.
- VIII.
Het is wel te verstaan dat Nederland geen inlichtingen die verkregen zijn van banken en bepaalde soortgelijke instellingen, daaronder begrepen verzekeringsmaatschappijen, ter kennis van de autoriteiten van een ander land kan brengen, behoudens indien en voor zover een bank of een soortgelijke instelling optreedt als executeur-testamentair of als bewindvoerder van een nalatenschap.
- IX.
Indien als gevolg van wijzigingen die in de wetgeving van een van de Staten zijn aangebracht, het resultaat van de toepassing van de Overeenkomst wezenlijk verandert, plegen de twee Staten, op verzoek van een van hen, met elkaar overleg ten einde geëigende wijzigingen in de Overeenkomst aan te brengen.
- X.
Dit Protocol dient tegelijkertijd met de Overeenkomst te worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zullen te 's-Gravenhage worden uitgewisseld. Het treedt gelijktijdig met de heden ondertekende Overeenkomst in werking en heeft dezelfde geldigheidsduur als de Overeenkomst heeft ingevolge de artikelen 16 en 18.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud, in de Nederlandse en de Engelse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek, te Washington op heden de 15de Juli 1969.