Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 6.2.4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
16-12-2002, Stcrt. 2002, 245 (uitgifte: 19-12-2002, regelingnummer: WJZ02063603)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2002, Stcrt. 2002, 245 (uitgifte: 19-12-2002, regelingnummer: WJZ02063603)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
Een bemande afhankelijke vast opgestelde mijnbouwinstallatie in zeegebied A1 met een directe verbinding met het openbaar telefoonnet is uitgerust met:
- a.
een maritieme VHF-radiotelefonie-inrichting met DSC, en
- b.
een VHF-DSC-wachtontvanger of een ander gelijkwaardig telecommunicatiemiddel.
2.
Een bemande afhankelijke vast opgestelde mijnbouwinstallatie in zeegebied A1 zonder directe verbinding met het openbaar telefoonnet is uitgerust met:
- a.
twee maritieme VHF-radiotelefonie-inrichtingen waarvan tenminste één met DSC, en
- b.
een VHF-DSC-wachtontvanger of een ander gelijkwaardig telecommunicatiemiddel.
3.
Een bemande afhankelijke vast opgestelde mijnbouwinstallatie in zeegebied A2 met een directe verbinding met het openbaar telefoonnet is uitgerust met:
- a.
een maritieme VHF-radiotelefonie-inrichting met DSC, en
- b.
een VHF-DSC-wachtontvanger of een ander gelijkwaardig telecommunicatiemiddel.
4.
Een bemande afhankelijke vast opgestelde mijnbouwinstallatie in zeegebied A2 zonder directe verbinding met het openbaar telefoonnet is uitgerust met:
- a.
een maritieme VHF-radiotelefonie-inrichting met DSC;
- b.
een MF-radiotelefonie-inrichting;
- c.
een VHF-DSC-wachtontvanger of een ander gelijkwaardig telecommunicatiemiddel, en
- d.
een MF-DSC-wachtontvanger.