NJ 1951/522
Onteigening. Voorlopige inbezitneming. Schadeloosstelling. Novum.
HR 07-03-1951, ECLI:NL:HR:1951:57
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 maart 1951
- Magistraten
Mrs Nypels, Dubois, van Rijn van Alkemade, Wiarda en van der Loos
- Zaaknummer
[07031951/NJ_1951-522]
- Conclusie
Jhr. Mr. Dr. Van Asch van Wijck
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS166426:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1951:57, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑03‑1951
- Wetingang
(Rv art. 398-429; OW art. 54A.)
Essentie
Onteigening. Voorlopige inbezitneming. Schadeloosstelling. Novum.
Samenvatting
De opzet van art. 54h Onteig.wet is om een vergoeding vast te stellen voor de schade, die de onteigende lijdt door derving van het feitelijk genot van het goed gedurende het tijdperk der voorlopige inbezitneming en in de korte periode daarvoor, waarin met dien maatregel valt rekening te houden, en zulks in den vorm van een gefixeerd bedrag, onverschillijk of die schade meer of minder bedraagt.
Indien de eigenaar aansprakelijk blijft voor lasten, die aan den eigendom verbonden waren, kan hij geen aanspraak maken op vergoeding, tenzij hij tengevolge van het feit, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.