NJ 2018/229
Termijnen voor indiening hernieuwd beklag tegen inbeslagneming.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 november 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/03326 B
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
F. Vellinga-Schootstra
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS110966:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2861, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1239, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑07‑2016
- Wetingang
Art. 552a Sv
Essentie
Termijnen voor indiening hernieuwd beklag tegen inbeslagneming.
De maximale termijn voor het indienen van een klaagschrift tegen de inbeslagneming van drie maanden sedert de vervolgde zaak tot een einde is gekomen is ook van toepassing in het geval van een hernieuwd beklag. Datzelfde geldt voor de maximale termijn van twee jaren na de inbeslagneming indien een vervolging niet of nog niet is ingesteld.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 14 juni 2016, nummer RK 16/620, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a ...