V-N 2019/37.24
Aansprakelijkstelling volgens A-G te vroeg
HR (A-G) 19-06-2019, ECLI:NL:PHR:2019:665, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
19 juni 2019
- Zaaknummer
19/00191
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS72604:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Invordering / Aansprakelijkheid
Invordering (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1447, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑09‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑09‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:665, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2019
- Wetingang
art. 40, 49 lid 1 en art. 9 lid 2 Invorderingswet 1990
Essentie
A-G IJzerman is van mening dat een navorderingsaanslag pas invorderbaar is één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en dat de aansprakelijkstelling van een derde voor de belastingschuld dus ook niet eerder kan plaatsvinden.
Samenvatting
De belanghebbende hield tot 31 december 2008 alle aandelen in A bv. A bv heeft haar bedrijfsactiviteiten gestaakt in 2003. In de loop van 2008 heeft zij haar onroerende zaken verkocht en daarbij een transactiewinst van ongeveer € 7,5 mln. behaald, waarvoor een herinvesteringsreserve is gevormd. A bv heeft na de verkoop van haar onroerende zaken nagenoeg al haar liquide middelen in rekening-courant uitgeleend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.