V-N 2019/52.24.7
Geen verlenging van redelijke termijn door onderhandelingen in bezwaarfase
HR 04-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1506
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 oktober 2019
- Zaaknummer
18/02375
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1506, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑10‑2019
- Wetingang
art. 8:73 Awb; art. 6 EVRM, protocol 1
Essentie
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat omstandigheden in de bezwaarfase door de rechtbank ten onrechte relevant zijn geacht. Het gaat namelijk om de redelijke termijn in de beroepsfase. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Samenvatting
X heeft in korte tijd 35 bezwaarschriften ingediend. Hij krijgt hierdoor € 26.899 BPM terug, € 84 rente en bezwaarkosten van in totaal € 1.907,50. X gaat in beroep. Aanvankelijk zijn deze beroepen na een vereenvoudigde behandeling niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. In verzet klaagt X met succes over het feit dat geen immateriëleschadevergoeding is toegekend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.